COVID heeft de voorbije twee jaar ons ziekenhuis volledig op zijn kop gezet. Onze medewerkers en artsen hebben in die tijd enorme inzet, flexibiliteit, veerkracht en moed getoond om de samenleving mee overeind te houden. Wij blikken dankbaar terug op deze markante periode door een paar van hun verhalen te delen. Vandaag: hygiënehelden Laura en Christel doen hun verhaal.
Nieuwe procedures, nieuwe schoonmaakmiddelen en een nieuwe outfit die het werk er niet makkelijker op maakte. Dat was het lot van het schoonmaakpersoneel van de COVID-afdelingen. Maar dat hield onze hygiënehelden niet tegen.
Door de nieuwe werkomstandigheden moest er zowel in de week als in het weekend extra bestaft worden. Diensthoofd Schoonmaak Christel Cerpentier: “Omdat het schoonmaakpersoneel veel tijd verloor door de omkleedprocedures, hebben we op de COVID-afdelingen versterking geplaatst. Dat was mogelijk door de medewerkers van het Operatiekwartier en bepaalde consultatie-afdelingen te heroriënteren. Naast het praktische aspect, wilden we ook dat onze mensen met twee konden staan omwille van het psychologische aspect, zodat ze steun hadden aan elkaar.”
Want psychologisch was het inderdaad niet gemakkelijk, vertelt schoonmaakster Laura Clarke. “Toen COVID is begonnen, was ik echt bang. Ik wist niet wat er ging gebeuren en hoe goed we beschermd waren, omdat we nog niet wisten hoe het virus zich verspreidde. Als ik thuiskwam van het werk, ging ik altijd eerst in de douche. Ik gaf mijn kind geen knuffel, gooide al mijn kleren in de was en ging me wassen voor ik iets of iemand aanraakte. Vooral in het begin had ik het echt moeilijk, omdat het werk fysiek ook veel zwaarder was geworden. Na de eerste week heeft mijn dokter me twee weken thuis geschreven, omdat ik oververmoeid was. Ik kon niks meer. Maar ik heb toen uitgerust en kreeg heel veel steun van de collega’s. Elk van ons heeft het op een bepaald moment heel moeilijk gehad, maar we waren er voor elkaar om het samen door te maken.”
"Mensen denken soms: 'Schoonmaken, dat is een emmer en een dwijl', maar het is echt een vak."
Ook de reacties op sociale media vond Laura heel moeilijk. “In de eerste golf was er heel veel dankbaarheid, maar daarna begonnen mensen te zeggen: ‘Het is toch hun job, ze moeten het maar doen.’ Maar wij hebben er nooit voor gekozen om op zo’n manier te moeten werken. De reacties waren zo gemeen dat ik een paar weken niet op Facebook ben durven gaan. In het ziekenhuis zelf was er gelukkig wel dankbaarheid. Zo konden we tijdens het werk soms een babbeltje doen met de patiënten, of hen een glas water geven. Je merkte dat zij die kleine dingen heel erg apprecieerden.”
Christel benadrukt ook hoe dankbaar ze haar medewerkers is. “Het is echt een heel clever team. We zijn in opdracht van Ziekenhuishygiëne overgeschakeld naar producten die reinigen en desinfecteren, en de nieuwe procedures werden gecommuniceerd via de kleedkamers en via de specifieke afdelingen. Het was echt niet evident om mee te blijven in heel dat verhaal. Mensen denken soms: ‘Schoonmaken, dat is een emmer en een dweil’, maar het is echt een vak. Je merkt dat onze mensen in die periode meer gewaardeerd werden om hun professionaliteit, dat was fijn.”